top of page

socialisatie en opvoeding

Vanaf de derde tot de twaalfde week leert de pup zijn soortgenoten (mensen) kennen en ermee omgaan. Dit is de socialisatieperiode. Wat de pup in deze periode leert en ervaart is bepalend voor het toekomstige sociale gedrag. Hieronder enkele tips.

 

Wen uw pup snel aan andere mensen, kinderen, dieren, andere honden elektrische apparaten (stofzuiger, radio, televisie) auto's en de riem. Borstel uw de pup elke dag met een zacht borsteltje, of betast de pup terwijl u hem vasthoudt. Onderzoek dagelijks oren, ogen, tanden, de onderkant van de poten en onder de staart. Zo leert de pup dat u hem mag vasthouden zonder dat het bedreigend is. Laat ook andere dit doen, zo bereidt u de pup ook voor op dierenartsenbezoek. Misschien is er in uw buurt een hondenschool met puppy training, dit is niet alleen leuk maar ook zeker aan te raden voor het contact tussen u en de pup en het aan leren van consequent gedrag.  

 

Tot ongeveer zijn zesde levensmaand bestempelt uw pup u vanzelfsprekend als roedelleider, op u vertrouwt hij. In de puberteitsperiode gaat het gedrag van uw pup stilaan veranderen. Wanneer de (uw) regels die gelden in zijn roedel niet consequent toegepast worden zal de puber de rangorde in het gezin veranderen. 

 

Meer en meer zal uw jonge hond de andere leden van de roedel testen om zijn positie te verstevigen. De bevelen (zit, af) die met veel geduld werden aangeleerd worden genegeerd. Ga niet schreeuwen en zeker niet slaan. Probeer geduldig te blijven, en laat de hond het bevel uitvoeren dat u hem gegeven heeft, al moet u dat honderd keer herhalen. 

 

Zeer belangrijk: straf een pup nooit af als de pup iets doet wat u niet wil, haal de pup weg zeg een keer duidelijk nee en negeer de pup, als de pup juist goede dingen doet beloon dan met een brokje. Zo leert de pup dat goed gedrag beloond wordt en slecht gedrag genegeerd wordt. Ga nooit een pup troosten bij angst maar praat gewoon en stel de pup op een normale manier gerust. Wees kordaat en consequent! Laat u hem echter zijn zin doen dan bent u in de ogen van uw hond een zwakke roedel leider. 

 

Vooral wanneer u uw hond bij u roept, kan hij doen alsof hij u niet gehoord heeft. Wat hij wil bereiken is eigenlijk dat u naar hem toegaat, wat in hondentaal betekent dat u zich onderwerpt aan zijn wil. Geef vooral niet toe en blijf uw hond roepen tot hij komt. Lok hem eventueel met een koekje en geef het hem als beloning wanneer hij na veel getreuzel toch komt.   

 

Het "speels bijten" in baasjes hand: wat uw pup indertijd speels bedoelde kan hij nu aanwenden om op te klimmen in de rangorde. Geef uw pup een kordate berisping (foei, genoeg) wanneer hij probeert in uw hand te bijten. Leer uw hond tijdens het wandelen om mooi naast uw been te lopen. 

 

Ga steeds als eerste door een deur of doorgang. Een roedelleider gaat steeds als eerste op verkenning. Bewijs uw jonge hond dat u uw taak als roedelleider aankan. Geef uw hond te eten nadat u gegeten heeft. Geef nooit toe aan bedelen aan tafel. 

 

Zorg ervoor dat u bij het spelen met uw hond steeds de leiding hebt. Bepaal wanneer wel en wanneer niet wordt gespeeld. Laat de hond enkele spelletjes winnen, maar zorg ervoor dat u bij het laatste spel de absolute winnaar bent. Een hondenschool is een ideale plaats om uw puber verder te socialiseren.

bottom of page